In dit blog worden gedichten en verhalen, voorgelezen en voorgedragen die geschreven zijn door of gaan over de grote diverse Regenboogfamilie.
Het kan ook zo zijn dat het gedicht of verhaal een wat algemener thema heeft, maar…. dat het wel wordt voorgelezen of voorgedragen door iemand die deel uitmaakt van de Regenboogfamilie.
Dat kan ik heel goed zelf zijn, want ik hoor met veel plezier en al behoorlijk lang ook tot deze familie.
Óók zijn er ‘Meezingliedjes’ op dit blog te vinden. Met muziek én tekst!
Vele gedichten, vele verhalen zijn over dit mooie thema te vinden. Ik ken er veel, maar lang niet allemaal, dus… bij deze een oproep… ken je een mooi, grappig, ontroerend, aangrijpend of anderszins gedicht of verhaal over dit thema…. laat het mij weten via de de contactknop.
Of…. zou je zelf wel een verhaal of gedicht willen voorlezen, laat mij dat dan óók weten.
En dan nu…. luisteren naar de gedichten en de verhalen.
GEDICHTEN:
VERHALEN:
MEEZINGEN:
Al die honderduizend liedjes
Waar je mee wordt overspoeld
Songs en hits en melodietjes
Die zijn nooit voor ons bedoeld
Elke schlager, ieder wijsje
Altijd jongen, altijd meisje
I love you en ik hou van jou
Altijd man en altijd vrouw
Ieder vers en elke aria:
Romeo en Julia
Want zo is het toch, mijn jongen,
Nooit is er een lied gezongen
Over de verboden kus
Van Romeo en Julius
Want daar zijn we nog niet aan toe –
Taboe, Taboe –
Geen aria’s, nooit aria’s
Voor de paria’s
Veeg ons maar weg
Wrijf ons maar uit
We zijn een vlek op ’t schone tafellaken
Van de nette erotiek
Voor ons geen achtergrondmuziek
Maar de stilte en de schaduw
Van het portiek
Liedjes klinken om ons heen
Zo gewoon en zo algemeen
Als confectie van C&A
Altijd Romeo, altijd Julia
Daar is de liefde voor bedoeld
Romeo en Julia
En dit is wat je denkt en voelt:
Sorry dat ik besta
Nooit in de zon,
Nooit in het licht,
Nooit op een feestje met ontroerde ouders.
Geen serpetines, versierde tent,
Geen tranen en geen sentiment,
Voor ons geen smachtende violen
Bij ’t happy end
Er moest toch een liedje zijn,
Al was ’t alleen maar een refrein,
Al waren ’t maar vijf regeltjes,
over Romeo en Julius
Maar daar zijn we nog niet aan toe –
Taboe, Taboe –
Geen aria’s, nooit aria’s
Voor de paria’s
Maar over veertig jaar, wie weet,
Staan er liedjes in de hitparade,
Niet alleen maar over hij en zij,
Maar ook over hij en hij,
Liedjes over hem en hem,
Zonder aarzeling of rem
Dan zingt iedere romanticus
Heel gewoon, zo is het dus
Romeo en Julius
Handjes boven de dekens,
anders wordt je frigide, misschien
handjes boven de dekens
want Jezus kan het zien
je moet jezelf beheersen
want later komt een man
die met zij toverstokje
de lust in je wekken kan.
Toen ik dertien was, moest ik
naar een ponykamp
het slapen op zalen
bleek één grote ramp
ik bleef er twee weken
en hield het niet uit
want die stapelbedden
maken zo’n geluid
Mijn moeder die dacht
mijn kind doet zoiets niet
tot zij mij betrapte
ik schrok mij een biet
zij riep ontsteld
je moet dat nooit meer doen
als ik nu aan mezelf kom
denk ik steeds aan toen
Handjes boven de dekens
denk aan je ruggemerg
handjes boven de dekens
anders blijf je altijd een dwerg
alleen maar zielige mannen
die mogen het af en toe doen
maar jij, mijn kleine meisje
blijf jij maar liever groen.
Mijn vriendinnen die praten nu
graag over seks
maar masturberen
dat blijft toch iets geks
ook zij hebben heel goed
hun lesje geleerd
zit je aan jezelf
dan ben je verkeerd
Vind je het gek
mijn gemodder in bed
al mijn frustraties
bederven de pret
wat weten we eigenlijk
van ons eigen lijf
al krijgen we altijd
de pikken weer stijf
Handjes boven de dekens
anders word je homofiel
handjes boven de dekens
of je kinderen later debiel
je moet jezelf beheersen
want later komt een man
die met zijn toverstokje
de lust in je wekken kan
En heb je een relatie
dan is het toch raar
dan kom je toch nooit
in je eentje meer klaar
maar ik zou het missen
als mijn beste vriendin
nu ik eraan denk
krijg ik toch zo’n zin
Handjes boven de dekens,
anders wordt je frigide, misschien
handjes boven de dekens
want Jezus kan het zien
je moet jezelf beheersen
want later komt een man
die met zij toverstokje
de lust in je wekken kan.
ik heb je ontmoet op het Thorbeckeplein
je wachtte op iets blijkbaar, stond er voor niets blijkbaar
je leek zo ontroostbaar en eenzaam te zijn
we keken en wachtten wat, praatten en lachten wat
toen ik je vroeg, ga je mee, zei je fijn…
en miste je laatste trein.
na het ontbijt zei je, ik ga nu dan maar, ’t was heel erg fijn bij jou,
dag, en ik bel je gauw
uren nog rook ik de geur van je haar
ik lachte en floot die dag.. god ik genoot die dag
voelde me beter dan sedert een jaar
totdat ik je zag met haar.
ik zag jullie vaker
een vrouw met d’r vent
eerst me zo warm gevoeld nu me zo arm gevoeld
ook je adres was me toen niet bekend
eensklaps daar belde je
huilend vertelde je
dat je soms vreselijk moedeloos bent
en dat je daar nooit aan went.
zo gaan we door en ik wen d’r maar an
maanden verstom je weer,plotseling kom je weer
meestal alleen als je niet verder kan
dan streel en omarm ik je, troost en verwarm ik je
kun je het leven dan ‘smorgens weer an
dan ga je weer terug naar je vrouw.
Mijn allereerste liefde was een meisje uit mijn klas
Met blonde krullen en we waren hooguit tien
Ik gaf haar snoepjes en die stopte ze dan stiekem in haar tas
Ze wou beslist niet dat een ander dat zou zien
Ze keek zo droevig en ze lachte zo verlegen
En soms dan plaagde ik haar echt tot huilens toe
Dan stond ze stilletjes haar tranen weg te vegen
En ik deed houterig en nukkig
Maar was van binnen ongelukkig
Ik was verliefd, maar wist nog lang niet wat en hoe
En toen kwam Lucie met de sproeten en
Marjanne van de Ploeg
En daarna niks want toen gebeurde er iets geks
‘T Was op de mulo in de derde toen
De vlam weer in de pan sloeg
En het voorwerp van mijn liefde heette Lex
Hij hing met gym altijd het eerste in de ringen
Zijn bruine ogen keken rechtstreeks in je ziel
En toen we samen naar een klassefeestje gingen
En ik vertelde wat ik voelde
Begreep ie best wat ik bedoelde
Maar hij dacht dat ie toch meer op meisjes viel
Dit is een lied voor alle liefdes die ik sindsdien heb gehad
Voor alle vrienden die ik sindsdien heb ontmoet
Een lied voor Huib, voor Jan, voor Gerard, Frans en Willem, Kees en Ad
En al die jongens die ik tegenkwam en route
Want zonder jullie zou het anders zijn gelopen
Dankzij jullie is het leven soms een feest
Want juist de hartstocht die geen sterveling kan kopen
Die hebben wij elkaar gegeven
Ik dacht, ik zeg het maar es even
Zonder jullie zou het zinloos zijn geweest
Refren’:
Want wat zou het leven zonder de liefde zijn
Juist door de liefde kan een mens er effe tegen
Op Rottumerplaat of in Nieuwegein
Daar waar de liefde woont gebiedt de Heer zijn zegen
Want wat zou het leven nou zonder hartstocht zijn
Je zou toch halverwege harakiri plegen
Wat moest je rozengeur en met maneschijn
Als er van hartstocht en van liefde werd gezwegen
Wie nooit verliefd was in z’n leven
Nooit een lichaam heeft gestreeld
Of haast verzoop in een hartstochtelijke zoen
Die heeft het mooiste dat de mens
Tot zijn beschikking heeft verspeeld
Al heeft ie nog zoveel belangrijks kunnen doen
Want als je dood gaat, als je knap of rijk
Of een beroemdheid bent
Het is niet echt volmaakt
Voor wie nog nooit de liefde heeft gekend
Refren’
Hella Dina Fietsenband leest voor! 
1 Comment